maandag 9 december 2013

Bengali avontuur in de jungle!

Zo’n twee maanden geleden, ontmoetten Lien en ik Tuku. Een schattig en erg opgewekt meisje, een instant vriendin. Ze zou trouwen en wij moesten zeker naar haar huwelijk komen. En dat is dus waar dit blogbericht over gaat: Tuku’s Bengali huwelijk in Maharasthra.
Donderdag om 10u vertrokken we. Na een busrit van 3 en een half uur, en een autorit van zo’n 3 uur, kwamen we zo’n negen uren na ons vertrek aan in Sundarnagar; inderdaad, nogal vermoeid. Van Sundarnagar kan je wel zeggen dat het sundar is (mooi): de rustige plek is omgeven door natuur en er is een vijver vol lotusbloemen. Nagar (stad) kan je het daarentegen absoluut niet noemen. Sundarnagar is een dorp. En als ik zeg dorp dan moet je denken aan Bokrijk bij ons: lemen huisjes van gemiddeld  2 kamers, vaak met een veranda (niet in glas, eerder zoals in de Westernfilms, maar dan kleiner), smalle ongeplaveide wegen, hier en daar een waterpomp. Enkele huizen waren wel uit steen en er was ook wel een bazaar met allerlei artikelen. De plek waar wij verbleven bestond uit een huis met 2 kamers, daarnaast een gebouwtje dat als keuken diende en daarbij nog 2 kotjes die dienden als toilet en douche.
Daar aangekomen, nam Tuku ons meteen mee om iedereen te ontmoeten om vanalles te tonen etc. Het was nogal hectisch en de herinnering is daarom nogal vaag. Voor ik het vergeet: de moeder van een vriend van ons, door wie we Tuku leerden kennen, was ook bij ons; een erg lieve vrouw die nogal veel bezig is met eten (het grootste deel van onze gesprekken ging wellicht over eten, wanneer, wat en hoe).
We aten iets en voor we gingen slapen, zette Mampi (gerelateerd aan Tuku, maar de familiebanden zijn zo ingewikkeld, dat ik niet kan zeggen hoe ze gerelateerd was aan Tuku, ze waren alleszins zeer hecht) nog Henna op onze armen en handen.
Dat ik op de tweede dag fris en monter was, kan ik absoluut niet zeggen. Met de hele familie in 2 kamers slapen, op een plank… Nee, echt geslapen heb ik niet. Daarbij kwam dan nog dat om 4 uur in de ochtend al de eerste huwelijksceremonie was. Wegens te dood om op te staan, heb ik het niet gezien, maar blijkbaar kreeg Tuku tijdens die ceremonie enkele zoetigheden te eten en deden ze natuurlijk Puja. Wel hoorde ik het geluid dat blijkbaar volgens Bengaalse traditie goddelijk is. Mij klonk het alleszins niet echt goddelijk in de oren. Ik herinner mij nog het Latijnse woord ululare: dat woord omschrijft perfect het geluid dat mijn oren teisterde. Het klinkt dus als ulululu en wordt gemaakt door de tong van mondhoek naar mondhoek te beweging en tegelijkertijd een hoge toon te ‘zingen’.
In de voormiddag van die dag maakten we een wandeling (niet alleen, je zou eens moeten durven!) en ontmoetten we nog meer mensen. Het is wel gek dat er in Maharashtra (dat totaal niet grenst aan West-Bengalen of Bangladesh) een volledig Bengali dorp is. En blijkbaar zijn er meerdere in die buurt: de bruidegom kwam uit een ander Bengali dorp in Maharashtra. Iedereen spreekt Bangla (de taal van Maharasthra is Marathi), eet Bengali voedsel (véél rijst) en aanbidt zijn Bengali goden.
De rest van het dorp kregen we te zien bij een tweede ceremonie waarbij ze water gingen halen uit de tempel (dat water stelde Ganga-water voor) om er later de bruid mee te wassen.
Het was wel triest dat Tuku de hele dag binnen moest blijven en maar een beetje mocht eten tot na de voltrekking van het huwelijk. Dat heb ik niet meer meegemaakt en ik ging slapen om 1 uur ’s nachts!
Na een dag vol voorbereidingen stroomde ’s avonds al het volk toe voor het werkelijke huwelijk. Ik en Lien zaten naast Tuku (fantastisch gekleed en opgemaakt; daar kan een Belgische bruid niet aan tippen!) om al haar cadeaus in ontvangst te nemen. Inderdaad, iedereen moest gezien hebben dat op haar huwelijk westerlingen waren. Een eindje later begon de huwelijkceremonie: eerst moest de vader enkele giften doen aan de familie van de bruidegom , dan kwamen de bruid en de bruidegom onder de Mandap zitten en herhaalden ze enkele woorden van de Pandit… Goed, dit alles duurde zodanig lang, het was ook vreselijk koud (ik weet het: België is veel kouder, maar ik ben hier al volledig geacclimatiseerd en kan nergens meer tegen)… We gingen dus slapen want om 7 uur hadden we een bus terug.
Jammer genoeg werden we al om 4 uur gewekt: “Tuku ja rahi hai” (= Tuku gaat vertrekken). “Heu?” Ik keek even op en liet mijn hoofd weer neervallen. Te vroeg om Hindi te spreken. Pas toen Lien opstond en bleek dat Tuku op het punt stond te vertrekken uit haar ouderlijke huis om bij haar echtgenoot te gaan wonen, stond ik ook op om afscheid te nemen. Een echte droevige bedoening. Iedereen was aan het huilen. Toen Tuku uit het Puja-kamertje (:vereringsplaats) kwam was ook zij aan het huilen. En dat op een dag die bij ons de gelukkigste dag van je leven zou moeten zijn. Haar moeder bleef achter en het Puja-kamertje schreiend (dat is het meest toepasselijke woord) op de grond. Ik had wel echt te doen met Tuku: opstaan voor zonsopgang, de hele dag binnen het erf moeten blijven, amper iets eten en dan 24 uur later pas vertrekken van haar vertrouwde omgeving…

Onnodig om te zeggen dat dit een ervaring was die me altijd zal bijblijven!

-Heleen-